Het goed luisteren naar je lichaam is het resultaat van innerlijke aandachtigheid (mindfulness). Waarbij je werkt aan het leren herkennen van de verschillende signalen die je lichaam geeft. Zodat je hier alert en bewust mee om kunt gaan.
Op deze manier wordt het makkelijker om in balans te blijven. Aangezien je je bewust bent van wat er op dàt moment in jou aanwezig is aan wijsheid, informatie, sensatie, signalen, impulsen, ingevingen, antwoorden, beleving, inspiratie e.d. en je hier in het hier en nu evenwichtig mee om weet te gaan.
Voor deze bekwaming is het belangrijk om
je verschillende stemmen te leren (her)kennen – de stem van je hoofd, hart, wilskracht, hara/buik(gevoel), voeten en handen. En hierbij de nuances en fijngevoeligheid van de verschillende signalen, antwoorden en informatie van deze informatiebronnen / krachtlagen gewaar te worden.
Het vraagt bovendien oplettendheid om wat je ervaart neutraal waar te nemen – wat inhoudt dat het aanwezig kan zijn zonder dat je er door laat triggeren of het een oordeel van negatief/positief/goed/fout e.d. geeft. En om hierbij tevens te leren onderscheiden wat van jou is en wat bij de ander hoort.
Tot slot vergt het veel alertheid om al deze informatie in het hier en nu met elkaar te combineren en als één afgestemd geheel aan te boren als basis voor je ‘doen en laten’. In plaats dat hierbij één informatielaag of een deel de boventoon voert.
Je benut het geheel van je eigen wijsheid door
alle informatielagen bewust aan te spreken; en je af te vragen
‘wat je hoofd ergens van vindt, wat je buikgevoel of intuïtie aangeeft, hoe je ego er tegenaan kijkt, wat je hart erover zegt, hoe je emoties het ervaren en wat je voeten nodig hebben (om met beide benen op de grond te kunnen blijven staan)’.
Het is dan wel van belang de antwoorden in je op te laten komen / naar je toe te laten komen in plaats van ze te willen bedenken. Omdat je hoofd anders aan de haal gaat met de antwoorden en zo je andere krachtlagen en wijsheidsbronnen overstemt. Dit lukt makkelijker als er voldoende rust in je lichaam en hoofd is.
Vraag jezelf ook af ‘welke signalen je krijgt van welke plek; in hoeverre de fysieke ervaringen van elkaar verschillen, zoals spanning, verkramping, verharding, onrust, ontspanning of verzachting; en welke associatie dit oproept.’ Want door dit te duiden, krijg je beter inzicht (gevoel) bij wat de verschillende signalen en sensaties je te vertellen hebben en hoe er – evenwichtig – mee om te gaan.
Zodat je vervolgens de verkregen antwoorden en inzichten op elkaar kunt afstemmen en met elkaar in balans kunt brengen vóór je actie neemt.
Dit doe je bijvoorbeeld door in gedachten in je lijf/jezelf de informatie die je krijgt (ervaart) met elkaar te verbinden. Je kunt het ook doen door je af te vragen wat je kunt met de antwoorden – ‘Geven ze rust of onrust? Waar komt dit vandaan en wat ligt er onder? ‘. Probeer dan wat je ervaart zo helder mogelijk duiding te geven en een helder beeld te krijgen wat er nodig is om hier evenwichtig mee om te gaan. Check wel regelmatig bij jezelf in hoeverre je je hoofd hierbij als dominante krachtlaag gebruikt.
Enkele andere checkvragen
Hoe regelmatig check jij bij het oppikken van signalen wat van jou is en wat bij een ander hoort?
Hiermee zorg je dat je alleen verantwoordelijkheid neemt voor dat wat bij jou hoort/van jou is.
Hoe vaak doe je aan innerlijke waarheidsbevinding? Oftewel hoe vaak check jij in hoeverre informatie die op je afkomt, aansluiting vindt bij jouw eigen wijsheid.
En wat dan waar aansluiting vindt?
Op deze manier toets je voor jezelf in hoeverre de informatie aansluiting vindt bij jouw eigen wijsheid (en resoneert). En of dit gebeurt bij een deel van je krachtlagen of bij het geheel ervan.
Heb je een check ingebouwd of je keuzes gebaseerd zijn op angst of controle?
Want gevoelens van angst of onzekerheid, hoe begrijpelijk of reëel ook, triggeren ons en doen een beroep op de power play (controle) van het hoofd. Dit veroorzaakt ruis met de andere krachtlagen en zorgt voor vertroebeling. Het maakt dat je dingen gaat vermijden en niet wilt in je leven. In plaats van dat je ze omarmt en er JA tegen zegt en zo ècht nieuw perspectief creëert voor jezelf.
Hoe vaak ben jij in staat om situaties of mensen tegemoet te treden zonder oordeel? En wat doe je om dit vaker het geval te laten zijn?
Hierbij vormt je hart(ekracht) de verzoener, verbinder, verwarmer en bruggenbouwer. Dit lukt makkelijker vanuit een open hart :
Je maakt bijvoorbeeld verbinding met je hart door te glimlachen met je hart of vanuit een rustige ademhaling vanuit je buik met je aandacht naar je hart te gaan. Je voelt dan hoe je hart zich door je aandacht langzaam opent en ruimer wordt. Als een bloemknop die langzaam open gaat, groeit en een mooie grote open bloem wordt als je hem maar voldoende aandacht geeft.