Verdieping van je innerlijke balans en het creëren van innerlijke ruimtelijkheid brengt je temidden van je verschillende facetten en aspecten. Hier lees je welke verbanden te leggen voor dergelijke multidimensionaliteit.

Multidimensionaliteit betekent dat er meerdere dimensies, perspectieven (gezichtspunten) en diagonale (kruis)verbanden – tegelijkertijd – aanwezig zijn in lengte, diepte, hoogte en/of breedte. Een dergelijke gelaagdheid krijgt van binnenuit vorm, vanuit je natuurlijke balanspunt en bewuste hoofd-hart-hara verbinding. Waardoor het vanuit innerlijke oriëntatie en natuurlijke gevoeldheid te beleven is.

Het is het resultaat van verdieping van je innerlijke balans, het slijpen van al je facetten en vermogens en het aanbrengen van gelaagdheid en dimensionaliteit hierin. Waardoor je telkens meer zakt in jezelf tot je in het midden van al je verschillende lagen en gezichtspunten (dimensies) komt te staan.

Hoe meer je innerlijke delen en facetten van jezelf tegelijkertijd in het moment aanwezig kunt laten zijn, hoe tastbaarder en veelzijdiger gelaagd (multidimensioneler) je ervaring van één en heel zijn wordt. Hoe meer hierbij al je vermogens en aspecten aanwezig kunnen zijn zonder je er in te verliezen, hoe steviger je in je eigen centrum staat. En hoe sterker je eigen autonomie-schap (vermogen tot ‘zelfbestuur’) is.

Op deze manier gaat het ervaren van multidimensionaliteit hand in hand met het ervaren van innerlijke ruimtelijkheid. Waardoor er tevens een verruiming van de werkelijkheid en een veel-omvattender perspectief kan ontstaan / worden waargenomen.

Mede doordat ruimtelijk inzicht als mentale vaardigheid (hoofd) verbonden wordt met ruimtelijk inzicht als gevoelswaarneming (hara/buik). Met het kloppende hart als bruggenbouwer en centraal verbindingspunt. Zodat er neutraal (zonder vervorming of oordeel) waargenomen kan worden.

De observatie, oriëntatie, waarneming en interpretatie vindt dan plaats vanuit bewust aanwezig zijn in je eigen centrum en in bewuste verbinding met hoofd, hart en buik(gevoel). Het gebeurt vanuit een natuurlijke balans en afstemming tussen binnen- en buitenwereld. Die maakt dat je je niet verliest in – de realiteit / waarneming van – één van beiden.

Hierbij kan het helpen om in gedachten je ogen (je externe focus en waarnemingsgerichtheid) te verbinden aan je hersenen en daarna via de achterkant van je hoofd aan je rug en ruggenmerg (interne gevoelsgerichtheid). Zodat je ogen alles rustig en helder kunnen zien in verbinding met de rest van het lichaam.

Je gaat als ware het ‘kijken met de binnenkant van je ogen’. Waardoor er meer verbinding ontstaat met je gevoelsmatig geoefende oog. En je waarneemt vanuit zuiver-gevoelde (niet vertroebelde) alertheid van hoofd-, hart- en buikvermogens.

Vanuit deze staat van aanwezig zijn en observeren, sta je tegelijkertijd en op natuurlijke wijze in verbinding met zowel het aardse als het ruimtelijke (het kosmische). Een perspectief waarin de gezamenlijke ruimte van hemel en aarde doorklinkt. 

Waarin ze elkaar als gelijke delen kunnen ontmoeten -> het aardse en het buitenaardse, het lineaire en het ruimtelijke, plat en rond, hoogte en diepte, breedte en lengte, groot en klein, ‘waarneembare’ stof/materie en ‘anders waarneembare’ fijnstof/energie.